Hoe werkt het?

De KAMAR TOCHTIGHEIDS DETECTOR wordt op het staarthoofd van een koe geplakt. Wanneer een koe, die een KAMAR-detector draagt, wordt besprongen, kleurt de detector rood door de constante druk van de romp van het bespringende dier. Hierdoor is het duidelijk dat de koe werd besprongen en daarom tochtig kan zijn en gereed kan zijn om te worden bevrucht. Wel dient u op andere tochtigheidssignalen te letten om er zeker van te zijn dat de rode KAMAR-detector het gevolg is van tochtigheid.

Het ingebouwde tijdsmechanisme van de KAMAR detector geeft de fokker een uniek voordeel in vergelijking met andere hulpmiddelen voor het signaleren van tochtigheid. Hierdoor is de KAMAR TOCHTIGHEIDS DETECTOR een uitstekend hulpmiddel voor het signaleren van tochtigheid

Algemeen:

Elke doos bevat een handleiding, 25 detectoren, een tube lijm, een blauwe spatel en een gele houder. Op de verpakking en de detectoren staat een pijl. Deze geeft aan, aan welke zijde de vloeistof in het omhulsel kan treden. Het is belangrijk de detectoren met de pijl naar boven te bewaren. De detectoren kunnen goed langer bewaard worden en verliezen hun werking niet, mits droog bewaard.

Tochtigheid detectie protocol:

Wanneer werkzaamheden volgens een vast protocol verricht worden zal, omdat niets aan het toeval wordt overgelaten, het resultaat het grootst zijn. Een gemiddeld bedrijf kan € 100, = per koe verdienen door meer aandacht aan tochtigheiddetectie te schenken. Plak elke koe 26 dagen voor u haar wilt insemineren een KAMAR detector op. U kunt zo zien of ze een cyclus heeft. Heeft ze geen cyclus, heeft u 5 werkdagen de tijd om haar te laten behandelen. Plak op dag 0 van de 1^e inseminatieronde een nieuwe detector. Plak een dag na de 1^e inseminatie een nieuwe detector. Wordt deze rood, kunt u haar weer insemineren. Blijft deze wit, is ze waarschijnlijk drachtig. U kunt de detector laten zitten tot 6 tot 9 weken na inseminatie. U hebt op deze manier uw tochtigheid detectie in een protocol. Dit geeft u de kans op het beste resultaat met de minste zorgen en de laagste kostprijs.

Handleiding:

-De plaats van de detector op de koe is van groot belang voor een goede werking. Een handleiding gebaseerd op diergewicht wordt meegeleverd met elke doos. Gebruik deze handleiding voor het bepalen van de beste plaats. De beste plaats is ongeveer een handlengte voorbij de kromming van de staart, richting de heupbeenderen. Deze plek is ongeveer het midden tussen de heup- en staartbeenderen. Plaats de detector altijd zo dat ze de maximale druk krijgt van de borst van een springende koe.

-De grootte van de koe ten opzichte van haar koppelgenoten is belangrijk. Groter dan gemiddelde koeien kunnen de detector voor het beste resultaat beter een halve detectorlengte verder naar achteren opgeplakt krijgen. Kleinere koeien daar en tegen moeten de detector een halve detectorlengte verder naar voren opgelijmd krijgen.

-Codeer de detector met het oornummer van de koe. Mocht de detector losraken tijdens een agressieve bespringing weet u om welke koe het gaat.

-Gebruik de gele houder om de detector in vast te klemmen voor het oplijmen. Let er daarbij op dat de pijl zowel op de houder als de detector dezelfde kant opwijst.

-Smeer met behulp van de blauwe spatel een dunne laag lijm op de detector en de koe. Dit plakt beter dan een dikke laag.

-Wacht even met opplakken, na het insmeren van koe en detector. Geef de lijm even de kans iets aan te drogen, dit verbeterd de bevestiging.

-Heel belangrijk, zorg ervoor dat de pijl op de detector naar voren wijst, naar de kop van de koe.

-Wip na het opplakken, de houder van achter naar voren omhoog van de detector. Gebruik daarbij de voorkant van de houder als draaipunt. Houdt ondertussen de detector met de andere hand tegen. Druk daarna de detector vooral langs de randen nog even aan.

-Bevestig na het insemineren een nieuwe detector. Dit is een goedkope manier om te ontdekken of de koe drachtig is of nog weer geïnsemineerd moet worden. Zit de vorige detector nog goed vast, snijdt hiervan dan de plastic tube af en lijm de nieuwe detector op de ondergrond van de vorige.

-Houdt in gedachten dat de KAMAR Tochtigheids Detector een hulpmiddel is voor het identificeren van tochtige koeien. Regelmatige visuele controle en gezond verstand blijven noodzakelijk voor het beste resultaat.

-Stallen met weinig ruimte voor het vee geven een grotere kans op vals positieve meldingen.